Bij mij van binnen is het die dag echter óók enigzins nevelig.
Boven op mijn zolderkamertje van 4 bij 3 vierkante meter in mijn kosthuis aan de Rotte in Bergschenhoek probeer ik mijn zinnen te verzetten.
Ik ben voor het eerst al een tijdje écht van huis. Ik mis mijn orgeltje en inmiddels heb ik mijn langgekoesterde illusie van ‘in de muziek gaan’ laten varen.
Met dit voldongen feit had ik vrede en legde mij er bij neer. Totaal onbewust dat er nog een “glansrijke muzikale toekomst” in het verschiet lag….!
Verder realiseer ik mij in die dagen dat ik een ‘losgelaten en vrij man’ ben onder de beschermende vleugels van moeder Sijgje vandaan… die trouwens mooi kon zingen én orgelspelen.
Niemand die in die dagen op mijn doen en laten let, behalve dan de ‘bakkerspatroon’ of ik mijn werk wel goed doe!
Ik kan gaan en staan waar ik wil en de deur naar een "werelds vergezicht" staat op een kier… Tóch blijf ik op een of andere manier ‘in het gareel’. Althans, dat neem ik mij voor!
Ten eerste speelde bij deze beslissing mijn opvoeding een rol, taalde vervolgens nooit naar een gelegenheid voor een biertje…, had in stappen geen trek en in mijn werk had ik het prima naar m’n zin! Verder beviel mij het sfeertje in deze bakkersfamilie.
“Ik vond het wel goed zo”!
FEYENOORD IN DE MIST….
Filosoferend over deze feiten klopte de bakkerszoon die 2e november op mijn deur met de vraag; “Gerard, heb je zin om vanavond met mij mee te gaan naar het Feyenoord Stadion? Daar is een voetbalwedstrijd Nederland-Zwitserland. Er gaat ook een stel vrienden en vriendinnen van mij mee….”
“ Waarom ook niet, dacht ik bij mezelf.Ook al zie ik weinig lol in een voetbalwedstrijd, voor de verandering misschien best leuk om mee te maken”. Dus, ik beloof mee te gaan.. !
Met deze belofte bepaalde ik op dat moment onbewust mijn totale verdere levensloop!
Op die nevelige avond namelijk vertrok ik vanaf de bakkerij met de ‘bestelbus’ naar Terbregge om daar de vrienden en vriendinnen van bakkerszoon Piet op te halen.
De halte was voor de deur van zijn - door mij eerder genoemde - “adjudant”….
En jawel, een gezelschap van vijf man stapte in. Het was donker achterin de bus en ik kon moeilijk zien wie dat allemaal waren! Aangekomen in het Stadion namen wij onze plaats in.
Inmiddels had niet alleen het publiek maar óók de mist totaal bezit genomen van het stadion. De wedstrijd begon, maar we zagen enkel schimmen op het veld. Er was letterlijk bijna geen bal te zien.
Ik kan gaan en staan waar ik wil en de deur naar een "werelds vergezicht" staat op een kier… Tóch blijf ik op een of andere manier ‘in het gareel’. Althans, dat neem ik mij voor!
Ten eerste speelde bij deze beslissing mijn opvoeding een rol, taalde vervolgens nooit naar een gelegenheid voor een biertje…, had in stappen geen trek en in mijn werk had ik het prima naar m’n zin! Verder beviel mij het sfeertje in deze bakkersfamilie.
“Ik vond het wel goed zo”!
FEYENOORD IN DE MIST….
Filosoferend over deze feiten klopte de bakkerszoon die 2e november op mijn deur met de vraag; “Gerard, heb je zin om vanavond met mij mee te gaan naar het Feyenoord Stadion? Daar is een voetbalwedstrijd Nederland-Zwitserland. Er gaat ook een stel vrienden en vriendinnen van mij mee….”
“ Waarom ook niet, dacht ik bij mezelf.Ook al zie ik weinig lol in een voetbalwedstrijd, voor de verandering misschien best leuk om mee te maken”. Dus, ik beloof mee te gaan.. !
Met deze belofte bepaalde ik op dat moment onbewust mijn totale verdere levensloop!
Op die nevelige avond namelijk vertrok ik vanaf de bakkerij met de ‘bestelbus’ naar Terbregge om daar de vrienden en vriendinnen van bakkerszoon Piet op te halen.
De halte was voor de deur van zijn - door mij eerder genoemde - “adjudant”….
En jawel, een gezelschap van vijf man stapte in. Het was donker achterin de bus en ik kon moeilijk zien wie dat allemaal waren! Aangekomen in het Stadion namen wij onze plaats in.
Inmiddels had niet alleen het publiek maar óók de mist totaal bezit genomen van het stadion. De wedstrijd begon, maar we zagen enkel schimmen op het veld. Er was letterlijk bijna geen bal te zien.
Dus ga je maar wat om je heen kijken en drie stoelen bij mij vandaan zag ik een meisje uit ons gezelschap zitten dat mij in de auto niet zo was opgevallen.
“Da’s een leuke meid” dacht ik en in de rust van de wedstrijd raakten we gezellig aan de praat. Zij stelde zich voor als… Gerda! En zie… na vijftig jaar praten we nog steeds met elkaar…! (Zó’n korte apotheose las je denk ik nog nooit!)
De ‘vriendenkring’ van Piet bestond, zo bleek achteraf, uit kerkelijk meelevende jongens en meiden uit Terbregge en omstreken. Daar voelde ik mij gelijk bij thuis. Door hen kwam ik later terecht in de… Salvatorkerk, de tempel waar ik een tijdje diensten begeleidde en waar Gerda en ik “in den echt” werden verbonden. Verder vond daar in september 1967 onze eerste familiereunie plaats en in december 1967 vierden wij er de gouden bruilof van oom Koen en tante Lida van Gemeren.
Hoe kán het zo zijn ….
Bij de opsomming van al deze feiten vraag ik mij nóg steeds af; is dit alles toeval of is hier het gezegde “er is meer tussen hemel en aarde” van toepassing en is deze weg uitgestippeld?
Hoe dan ook, er tekende zich in Rotterdam een toekomst af die niet gepland was.
Of, misschien door ‘de loop der dingen’ juist wél gepland…!
MIJN 2e THUIS….
Inmiddels is het eind jaren 50 en krijgen we stevig verkering. In korte tijd verwissel ik drie keer van baas! Uiteindelijk vond ik mijn definitieve plek op Terbregge bij bakker van Duyn!
In de Rietstapstraat op Terbregge waar Gerda woonde vond ik mijn 2e thuis. En nog wel op loopafstand van mijn werk! Er breekt een mooie tijd aan, vol afwisseling en avontuur.
(Een paar onvergetelijke en vermeldingwaardige anekdotes uit die tijd volgen in de komende aflevering…)
Het was hard werken op Terbregge. Bijna dag en nacht in de weer met bakken en bezorgen.
Tóch eens tijd voor een andere baan, dachten wij.
“Bij de politie solliciteren” opperde ik. Dat leek me wel wat, een baan die mij aansprak!
Dus liet ik mij keuren maar wat denk je; 11(elf!) millimeter te kort. Afgekeurd!
Dat moet zo zijn, was ik later geneigd te denken. Want wanneer alles aan mij zo’n één centimeter langer was geweest… had mijn leven waarschijnlijk een geheel andere wending genomen en was het nog maar de vraag of ik op het juiste moment in contact was gekomen met mijn nichtje Alice van der Meijde, mijn medeoprichtster van het van Gemerens Familiekoor…
GROOT GELUK…
Maar, de dingen gaan zoals zij gaan! Ik bakte ze wit en ik bakte ze bruin en soms bakte ik er helemaal niets van! Maar, ik had het naar mijn zin.
Ik deed in de Salvator wat ‘kerkewerk’, werd goeie maatjes met koster Quist en kon zodoende ongeremd naar hartelust spelen op het schitterende orgel wanneer ik maar wilde!
Ik kreeg in plaats van het harmonium een prachtig kerkorgel tot mijn beschikking. Wat een toeval weer…!
Wat óók geheel ongepland was, van totaal andere aard, maar wel zorgde voor ‘groot geluk’ was de ontdekking in april ’61 dat wij wat al te enthousiast en voortijdig begonnen waren met het in de praktijk brengen van het stichten van een gezin ‘dat uiteindelijk mede de hoeksteen der samenleving diende te worden….’
Dát was wat in die tijd! Niet “hoe vertel ik het mijn kinderen” maar “hoe vertel ik het mijn ouders” was hét grote probleem!
Mijn zeer gewaardeerde broer Leo zou op Zwingelspaan ‘het varkentje wel even wassen’
“Laat maar aan mij over” zei Leep en toog naar ’t Spaan!
Daar aangekomen had moeder zoals altijd een luisterend oor en onderstaande dialoog is historisch;
Leo; “Moe, ik moet je wat nieuws vertellen”.
Moeder; “O ja jongen, het gaat zeker over een naaimachien… die zou je toch kopen…”?
Leo; “Nou nee, dat bepaald niet, hoewel…en vervolgde met de woorden “Gerard en Gerda moeten trouwen…”.
Moeder: “Daar sta ik niks van te kijken”! en … ‘af was de kous’….!
Wij trouwden op 18 mei 1961 en betrokken direct het ‘Penthouse…’ aan de Rietstapstraat nummertje 15. Een superdeluxe ‘duiventil’ en wij waren er wát blij mee!
Inwonen, voor bijna iedereen in die tijd was dat het eerste onderkomen.
Op de ijzig koude morgen van 11 november van dat jaar kwam onze zoon ter wereld en we noemde hem Eric. Wat waren we trots! In de week dat hij geboren werd schreef ik voor hem op verzoek van Gerda een gedicht van 12 coupletten (is in te zien, red…)Aangezien hij toen al ‘een aardige keel’ kon opzetten schreef ik in een couplet; als ik je zo ’s nachts hoor huilen, hoop ik dat er een musicus in je gaat schuilen…
Bijgaande foto toont dat het profetische woorden waren, want wat heeft dat kereltje een muzikale genen én mooie stem meegekregen! Mede door zijn muzikale inbreng was het VGF nooit geworden wat het de laatste jaren was!
Twee foto’s, één uit het verleden ( achter het eerste orgeltje) in de Rietstapstraat, en één uit het heden (het ‘eerste’ lintje op het stadhuisplein) illustreren de geschiedenis….
Hoe kan het zo lopen.
DE JAREN ZESTIG…..
In de beginjaren zestig waren we getuige van de van de woningnood, maar ook de flowerpower, de hippies, lang haar, provo’s, dolle mina’s en andere ‘onzwingelspaanse’ veranderingen….Wij deden er allemaal niet aan mee.
Voor iedereen gold; hard werken en het hoofd boven water zien te houden. Een roerige, maar toch óók een mooie tijd. Een tijd waarin het gewoon was om je dubbeltje nog eens om te draaien, maar ook de tijd dat voor ons de kansen keerden in het jaar negentienhonderd vierenzestig. Een feestelijk jaar in dubbel opzicht, zo zal later blijken…!
En dan kom ik ‘ijzig’ dichtbij het meest enerverende jaar, althans voor een groot deel van de nazaten van Pieter van Gemeren en Jansje Lodders, namelijk het jaar met het magisch getal, 1967……!
Wordt vervolgd.
“Da’s een leuke meid” dacht ik en in de rust van de wedstrijd raakten we gezellig aan de praat. Zij stelde zich voor als… Gerda! En zie… na vijftig jaar praten we nog steeds met elkaar…! (Zó’n korte apotheose las je denk ik nog nooit!)
De ‘vriendenkring’ van Piet bestond, zo bleek achteraf, uit kerkelijk meelevende jongens en meiden uit Terbregge en omstreken. Daar voelde ik mij gelijk bij thuis. Door hen kwam ik later terecht in de… Salvatorkerk, de tempel waar ik een tijdje diensten begeleidde en waar Gerda en ik “in den echt” werden verbonden. Verder vond daar in september 1967 onze eerste familiereunie plaats en in december 1967 vierden wij er de gouden bruilof van oom Koen en tante Lida van Gemeren.
Hoe kán het zo zijn ….
Bij de opsomming van al deze feiten vraag ik mij nóg steeds af; is dit alles toeval of is hier het gezegde “er is meer tussen hemel en aarde” van toepassing en is deze weg uitgestippeld?
Hoe dan ook, er tekende zich in Rotterdam een toekomst af die niet gepland was.
Of, misschien door ‘de loop der dingen’ juist wél gepland…!
MIJN 2e THUIS….
Inmiddels is het eind jaren 50 en krijgen we stevig verkering. In korte tijd verwissel ik drie keer van baas! Uiteindelijk vond ik mijn definitieve plek op Terbregge bij bakker van Duyn!
In de Rietstapstraat op Terbregge waar Gerda woonde vond ik mijn 2e thuis. En nog wel op loopafstand van mijn werk! Er breekt een mooie tijd aan, vol afwisseling en avontuur.
(Een paar onvergetelijke en vermeldingwaardige anekdotes uit die tijd volgen in de komende aflevering…)
Het was hard werken op Terbregge. Bijna dag en nacht in de weer met bakken en bezorgen.
Tóch eens tijd voor een andere baan, dachten wij.
“Bij de politie solliciteren” opperde ik. Dat leek me wel wat, een baan die mij aansprak!
Dus liet ik mij keuren maar wat denk je; 11(elf!) millimeter te kort. Afgekeurd!
Dat moet zo zijn, was ik later geneigd te denken. Want wanneer alles aan mij zo’n één centimeter langer was geweest… had mijn leven waarschijnlijk een geheel andere wending genomen en was het nog maar de vraag of ik op het juiste moment in contact was gekomen met mijn nichtje Alice van der Meijde, mijn medeoprichtster van het van Gemerens Familiekoor…
GROOT GELUK…
Maar, de dingen gaan zoals zij gaan! Ik bakte ze wit en ik bakte ze bruin en soms bakte ik er helemaal niets van! Maar, ik had het naar mijn zin.
Ik deed in de Salvator wat ‘kerkewerk’, werd goeie maatjes met koster Quist en kon zodoende ongeremd naar hartelust spelen op het schitterende orgel wanneer ik maar wilde!
Ik kreeg in plaats van het harmonium een prachtig kerkorgel tot mijn beschikking. Wat een toeval weer…!
Wat óók geheel ongepland was, van totaal andere aard, maar wel zorgde voor ‘groot geluk’ was de ontdekking in april ’61 dat wij wat al te enthousiast en voortijdig begonnen waren met het in de praktijk brengen van het stichten van een gezin ‘dat uiteindelijk mede de hoeksteen der samenleving diende te worden….’
Dát was wat in die tijd! Niet “hoe vertel ik het mijn kinderen” maar “hoe vertel ik het mijn ouders” was hét grote probleem!
Mijn zeer gewaardeerde broer Leo zou op Zwingelspaan ‘het varkentje wel even wassen’
“Laat maar aan mij over” zei Leep en toog naar ’t Spaan!
Daar aangekomen had moeder zoals altijd een luisterend oor en onderstaande dialoog is historisch;
Leo; “Moe, ik moet je wat nieuws vertellen”.
Moeder; “O ja jongen, het gaat zeker over een naaimachien… die zou je toch kopen…”?
Leo; “Nou nee, dat bepaald niet, hoewel…en vervolgde met de woorden “Gerard en Gerda moeten trouwen…”.
Moeder: “Daar sta ik niks van te kijken”! en … ‘af was de kous’….!
Wij trouwden op 18 mei 1961 en betrokken direct het ‘Penthouse…’ aan de Rietstapstraat nummertje 15. Een superdeluxe ‘duiventil’ en wij waren er wát blij mee!
Inwonen, voor bijna iedereen in die tijd was dat het eerste onderkomen.
Op de ijzig koude morgen van 11 november van dat jaar kwam onze zoon ter wereld en we noemde hem Eric. Wat waren we trots! In de week dat hij geboren werd schreef ik voor hem op verzoek van Gerda een gedicht van 12 coupletten (is in te zien, red…)Aangezien hij toen al ‘een aardige keel’ kon opzetten schreef ik in een couplet; als ik je zo ’s nachts hoor huilen, hoop ik dat er een musicus in je gaat schuilen…
Bijgaande foto toont dat het profetische woorden waren, want wat heeft dat kereltje een muzikale genen én mooie stem meegekregen! Mede door zijn muzikale inbreng was het VGF nooit geworden wat het de laatste jaren was!
Twee foto’s, één uit het verleden ( achter het eerste orgeltje) in de Rietstapstraat, en één uit het heden (het ‘eerste’ lintje op het stadhuisplein) illustreren de geschiedenis….
Hoe kan het zo lopen.
DE JAREN ZESTIG…..
In de beginjaren zestig waren we getuige van de van de woningnood, maar ook de flowerpower, de hippies, lang haar, provo’s, dolle mina’s en andere ‘onzwingelspaanse’ veranderingen….Wij deden er allemaal niet aan mee.
Voor iedereen gold; hard werken en het hoofd boven water zien te houden. Een roerige, maar toch óók een mooie tijd. Een tijd waarin het gewoon was om je dubbeltje nog eens om te draaien, maar ook de tijd dat voor ons de kansen keerden in het jaar negentienhonderd vierenzestig. Een feestelijk jaar in dubbel opzicht, zo zal later blijken…!
En dan kom ik ‘ijzig’ dichtbij het meest enerverende jaar, althans voor een groot deel van de nazaten van Pieter van Gemeren en Jansje Lodders, namelijk het jaar met het magisch getal, 1967……!
Wordt vervolgd.
Wie weet als sommige dingen 11 mm korter waren geweest, had ik niet zo vroeg 't orgel bespeeld....
BeantwoordenVerwijderenWeer een geweldige aflevering die ik in 1 ruk met veel plezier en ontroering heb gelezen. Een woordkunstenaar met spitsvondige frasen en de nodige humor. Dit moet een boek worden..
Ericie.
Weer hartstikke bedankt Gerard en ik kijk uit naar het volgende hoofdstuk van het jaar 1967 (12 mei).
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk om het allemaal te lezen en mee te genieten.
Tot in Doorn en fijn weekend en groeten aan Gerda!
Ben het met mijn neef Eric eens, weer in 1 adem uitgelezen. Je weet de lezer op het puntje van zijn stoel te houden!
BeantwoordenVerwijderenTja, en nu maar weer een paar weekjes geduld betrachten voor het volgende hoofdstuk!
groet vanaf Bonaire,
Bous
Gerard het was weer genieten
BeantwoordenVerwijderenNu ga ik het nog leuker vinden,
want dit wordt voor mij ook een beetje bekend
gr An
Wederom heerlijk om te lezen!!!
BeantwoordenVerwijderenIk kom momenteel niet toe aan het lezen van een boek maar jouw nieuwe aflevering van 'Muzikale souvenirs...' heeft weer een lach op mijn gezicht getoverd. Ik heb opnieuw genoten Gerard!
BeantwoordenVerwijderenHet gedicht, gemaakt voor je toen nog zo kleine zoontje, wil ik graag lezen!! Wat een leuke foto's van jullie twee trouwens..
Lieve groetjes,
Alice
ooo wat weer een prachtig verhaal. Smullen geblazen van jouw woord keuzes, je manier van vertellen, je humor, je alles. Ik verheug me al op het volgende verhaal. Liefs Anneke.
BeantwoordenVerwijderenEen mooi verhaal!!!!
BeantwoordenVerwijderen