Ruim veertig jaar het Van Gemerens Familiekoor dirigeren; een dankbaar onderwerp om over te schrijven. Zoveel herinneringen zijn er op te halen. Van de jongensdroom mijn brood te verdienen in de muziek.... tot een bus vol familie in de sloot tot.... 42 jaar afwisseling en muzikaal avontuur. Ooit schreef ik een versje (zoals Toon Hermans zijn gedichtjes zo mooi noemde) over wat een clown en een dirigent aan elkaar verbindt. Hier een klein stukje uit dit vers: "Een clown treedt op in het circus en doet dat voor zijn werk. Maar ik, ik doe 't voor mijn plezier en nog wel in de kerk. Een clown die heeft zijn pakkie en ik heb m'n muziek, maar verder is er geen verschil, we hebben allebei publiek."

vrijdag 12 maart 2010

DE DUIVENTIL…

Twaalf jaar zijn en tien broers en zussen hebben die ouder zijn dan jij en soms ook voor ‘ouder’ spelen, hoe beleef je dat? Ik kan niet anders zeggen dan dat ik daar geen onplezierige herinneringen aan heb. Zij waren vaak beschermend, soms vermanend maar ook moest ik wel eens hard rennen om ‘mijn hachje’ te redden bij plagerijen…!
Voor veel mensen is de relatie met broers en zussen de meest langdurige in het leven en ik prijs mij gelukkig dat ik in zo’n groot en muzikaal gezin ben opgegroeid. Een gezin van allerlei pluimage, van kakelende kemphanen en kwajongens tot voorbeeldige modelkinderen.. met veel vrienden en vriendinnen van de onvergetelijke jongelings- knapen- en meisjesvereniging, zodat het thuis vaak een duiventil leek…
En dan denk ik gelijk aan de ‘dierentuin’ bij ons thuis! Kippen, varkens, konijnen, duiven en honden maakten zowat deel uit van het gezin…. Tijdens het ‘brood rijzen’ en andere rustpauzes werd meestal aandacht besteed aan deze ‘liefhebberijen’. Ter illustratie bijgaande foto’s met broertje Leo als de ‘duivenmelker’ en Koen, Henk en Gerard met hun konijntjes!







‘HET OUDE KERKJE’
In de begintijd van het van Gemerens Familiekoor begonnen wij een keer aan een liedje met als titel “Het Oude Kerkje”.
De muziek heb ik niet meer maar de tekst was ongeveer als volgt;

Ik ken een heel oud kerkje in ’t dorpje waar ik woon,
het is al wat bouwvallig, maar ‘k vind het wonderschoon.
Het is een heel oud kerkje – en eigenlijk uit de tijd –
maar ‘k leerde God daar kennen, in al Zijn majesteit….

Hoe toepasselijk en mooi is deze tekst nu als ik terugdenk aan mijn ‘eerste kerkje’ in Fijnaart!
Het ‘ter kerke gaan’ op zondagmorgen zie ik nog voor me als een film…
De voorbereiding op de zaterdagavond. Vaak pelden wij dan voor de gezelligheid pinda’s op de stoep voor de winkel. Aan het eind van de avond werd begonnen met het kloppen van de kleedjes en het aanvegen van de stoep. De verliefde stellen namen afscheid (eigenlijk een hoofdstuk apart…..) en dit alles vóór twaalf uur, want dan begon de zondag!!
Al vroeg begon moeder Sijgje aan het ‘uit bed trommelen’ van iedereen. De een na de ander kon vaak moeilijk opstaan, zeker na een drukke zaterdag in de bakkerij!
Eer iedereen gewassen, in het ’zondagse pak’ gehesen en ontbeten had was het ‘rennen’ om op tijd in de kerk te zijn.
Vooral die ene keer om half tien toen ons ‘Badfordje’ met een lekke band stond. Maar moeder wist de oplossing: “Hein, maak jij die band even dan zet ik intussen mijn hoedje op….”!
Vervolgens rees dan de vraag; wie rijdt er met het Fordje mee en wie ‘moet’ er op de fiets.
Dus ging ongeveer de helft op de fiets en de rest óf plat op z’n gat, óf op een veilingkistje achterin de Badfort naar Fijnaart. Dit zijn voor mij onvergetelijke anecdotes.

Eenmaal in de kerk vulden wij de 2e en 3e bank rechts vooraan. Ik zie ons nog zitten daar!
Het zingen en orgelspelen vond ik geweldig en kon nooit nalaten mij om te draaien richting orgel, denkend; dáár wil ik later óók zitten!! En ik popelde dat die tijd zou komen.
De preken vond ik lang duren. De tussenzang ervoer ik als ‘nu nog een minuut of tien…’ en terwijl de dominee preekte over de grote Koning pakte moeder een rolletje King ter ondersteuning van het ‘gevecht tegen de slaap’ van vader Hein, die daags tevoren wél een dag en een nacht achter elkaar in de bakkerij had gewerkt…!
Maar, in dit oude kerkje begon enige tijd later mijn ‘organisten carrière…’

DE ONTDEKKING…
Het orgeltje dat wij thuis hadden was naar ik meen een Mannborg! Wij speelden allemaal naar hartelust! Was ik alléén in de kamer en speelde bijvoorbeeld de ” koekoekswals” dan schakelde ik moeiteloos over op een psalm wanneer m’n moeder de kamer binnen kwam…
Dertien jaar was ik en weet het nog precies; mijn oog viel een keer op bijgaande advertentie in naar ik meen de radiobode. Deze historische advertentie uit 1953 sprak voor zich; “ Leer het nieuwe muziekschrift Klavarskribo. geen kruisen en mollen of andere ingewikkeldheden”!

Ik dacht; dát is het en mocht zowaar een ‘gratis’ proefles aanvragen . Ik zie het pakketje nog komen. Het was “een openbaring”! Zó de noten voor je neus en je hoefde niet eens ‘om te rekenen’ welke toets je moest aanslaan. Wat was ik gemotiveerd. Al snel speelde ik vrij vlot psalmen en gezangen. “Hoe meer ik mijn best doe hoe sneller ik de muziek in kan, dacht ik”.
En… het is altijd bij ‘denken’ gebleven. (misschien maar goed ook, want anders hadden we als familie waarschijnlijk nooit zo’n mooi muzikaal leven met elkaar gehad, veertig jaren lang!)
Maar ik had met het kunnen spelen van de ‘Psalmen’ de weg naar Boven gevonden en de tijd dat ik als ‘klavarorganist’ in het Oude Fendertse Kerkje werd aangesteld, naderde met rasse schreden….!

ZWINGELSPAAN, EVEN WERELDNIEUWS….
Zaterdagavond 31 januari 1953. In de oude school op Zwingelspaan werd het jaarfeest van de jongelings- en meisjesvereniging gevierd. Het gebulder van de storm en sneeuwjacht was die avond angstaanjagend. Als ik mij goed herinner is het feest nooit echt begonnen.
Halverwege de avond kwamen mensen vluchten vanaf de verder gelegen dijk aan het Hollands Diep, want die dijk dreigde door te breken!
Als ventje van dertien zag ik de ernst en paniek op de gezichten. Tegelijkertijd vond ik het een enorme sensatie en ik begreep al heel snel dat de avond een totale wending onderging.
Iedereen ‘vluchtte’ naar huis. Die nacht drijft de storm met orkaankracht het water steeds hoger tegen de dijken. Van slapen kwam niets dus ging Gerard iedere keer het bed uit om te kijken ‘of het water er al was….’
Die zondag 1 februari stond ik vroeg te staren in het gelige licht van de wintermorgen en zag hoe de sloten zich vulden met water. Een ander merkwaardig schouwspel was de aanblik in de verte toen ik zag dat er als het ware ‘een tapijt werd uitgerold’ wat niets anders was dan het water dat over de volle breedte de polder in gutste omdat de dijk het begeven had!
Sensatie, opwinding en angst, dat voelde ik! Ook dit staat op het netvlies!
Die zondag bleven wij allemaal voor het eerst thuis uit de kerk en ’s middags werden wij per autobus geëvacueerd naar Roosendaal.
Bijna veertien lange dagen bleven wij daar met als voordeel; we hoefden niét naar school… en als ‘zwaarwegend’ nadeel: ik kon die dagen géén orgel spelen….!
Bijgaande foto is een unieke opname; hulptroepen en zandzakken op de stoep van ons huis, het moment dat Zwingelspaan even wereldnieuws was!
Eenmaal terug toen het water gezakt was en de duiven na deze zondvloed weer met een strootje in de snavel op onze duiventil landden hernam het ‘gewone leven’ weer zijn gang.
Het begin brak aan van ‘wilde’ puberjaren en hoewel ik ‘voor de gezelligheid’ een jaartje langer op de lagere school doorbracht was het advies van meester Kruit; naar de mulo en alzo geschiedde. Ik werd student….
Wordt vervolgd!